Lesopzet Muziek
Onderwerp: De Stad
Deelonderwerp: Verkeer in de stad
Doelgroep: groep 4
De 5 onderdelen van muziek
Zingen
Bij dit onderdeel gaan we de kinderen een liedje aanleren over verkeer in de stad. Het gaat vooral over snelheden van auto’s. De docent zingt allereerst het lied een keer voor. De kinderen moeten hierbij plaatjes die bij het liedje horen in de goede volgorde zetten. Vervolgens leren we het eerste couplet aan, aan de hand van een luisteroefening. De docent zingt een regel voor en de kinderen kiezen hierbij de juiste grafische notatie. Vervolgens ombineren we de plaatjes met de grafische notatie. Op dit moment gaan de kinderen het couplet meezingen. Vervolgens leert de docent het refrein aan door een combinatie van grafische notatie en voor- en nazingen. De grafische notatie staat samen met de tekst op het bord. De docent zingt dan een regel voor en de kinderen zingen de regel na. Daarna zingen we het gehele refrein. Vervolgens leren we op met behulp van de grafische notatie en voor- en nazingen ook het tweede couplet en het tweede refrein aan. Op het laatste zingen we het gehelie lied met alleen nog maar de tekst.
Muziek maken
Bij dit onderdeel gaan we de kinderen de herrie van de stad laten maken. We verdelen hierbij de klas in verschillende groepjes. Elk groepje krijgt zijn eigen ‘soort herrie’. De kinderen krijgen hierbij verschillende instrumenten en ze mogen zelf bedenken hoe ze de herrie uitbeelden. Ze mogen hierbij niet hun stem gebruiken. Aan het eind laten de kinderen aan elkaar hun ‘soort herrie’ horen. Voorbeelden van ‘soorten herrie’: een toeterende auto, een langsrijdende ambulance, een optrekkende auto, een piepende fiets, spelende/gillende kinderen.
Luisteren
Dit onderdeel combineren wij met het liedje over verkeer in de stad. De docent zingt een regel van het liedje voor. De leerlingen kiezen hierbij de juiste grafische notatie.
Bewegen
Bij dit onderdeel gaan we een bewegingsspel met de leerlingen doen. We spreken een aantal stadse geluiden met de kinderen af. De kinderen lopen door elkaar heen. Wanneer ze een van de geluiden horen, dan moeten ze met bewegingen op dit geluid reageren.
De geluiden:
- langzaam tikken van het stoplicht: sta stil
- snel tikken van het stoplicht: ga lopen
- fietsbel: spring aan de kant
- motorgeluid: stap op je motor
- brandweerauto: handen voor je oren
Lezen en noteren
Bij dit onderdeel moeten de kinderen de geluiden, die ook benoemd zijn bij het bewegen, gaan noteren. Dit is voor groep 4 nog vrij moeilijk, daarom doen we eerst een aantal geluiden klassikaal voor.
- langzaam tikken van het stoplicht:
- snel tikken van het stoplicht:
- fietsbel:
- motorgeluid:
- brandweerauto:
Doelgroep
Groep 4
Les
- zingen
- luisteren
- bewegen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten