Goedemorgen!

We hebben er zin in, en wij hopen jullie ook!

Onze Stad


De tekening verschilt van het origineel doordat op onze tekening een ander licht is te zien. Namelijk het licht van de maan, de sterren en de huizen in de nacht. Op het origibeel was daglicht te zien.

Liedjes Mindmap

Deze liedjes zijn voor in de mindmap.
Kinderen voor kinderen - Onderweg
Alicia Keys - New York

Lesopzet Beeldende Vorming

2D-les
In deze les gaat het over de huizen in een stad. Kunstenaars hebben dit op verschillende manieren uitgebeeld.
We beginnen de les met het beschouwen van een aantal beelden. Eerst laten we een klassiek schilderij van een stad zien, vervolgens een modern schilderij en uiteindelijk een postmodern. We stellen hierbij de kinderen vragen over kleurgebruik, vorm, etc. Vervolgens vragen we naar de verschillen tussen de schilderijen.
Daarna krijgen de kinderen de opdracht om hun eigen straat te tekenen. Ze moeten kiezen of ze dit op de klassieke, de moderne of op de postmoderne manier doen.
Als afsluiting van de les laten we de kinderen een paar van de gemaakte kunstwerken zien. De rest van de klas moet dan raden welke stijl (klassiek/modern/post-modern) is gebruikt en hoe je dat kan zien.
































3D-les
In deze les gaan we het hebben over standbeelden. Standbeelden zijn namelijk een typisch kenmerk voor de stad.
We beginnen de les met het beschouwen van een aantal beelden van belangrijke mensen. We vragen eerst aan de kinderen wie het is en waarom diegene een standbeeld heeft verdiend. We stellen ook vragen hoe de kunstenaar heeft laten zien dat die persoon zo belangrijk is, bijvoorbeeld door de houding van het beeld.
Vervolgens kiezen de kinderen ook iemand uit die volgens hen een standbeeld heeft verdiend. Dit kan een beroemd iemand zijn, maar ook bijvoorbeeld hun opa of hun juf/meester. De kinderen gaan daarna met klei hun standbeeld maken.
Als afsluiting van de les laten we een paar kinderen hun kunstwerk presenten. Deze kinderen vertellen dan wie ze hebben nagemaakt en waarom diegene een standbeeld heeft verdiend.


Het Colosseum



Het originele Colosseum

Bijna 2000 jaar geleden werd het Colosseum gebouwd: het grootste amfitheater in het Romeinse Rijk. Eeuwenlang vervulde dit grootse bouwwerk een belangrijke functie in het amusementsleven van Rome. Tegenwoordig heeft het Colosseum voornamelijk een informatieve functie. Indirect amuseert het ons ook om te zien hoe een theater uit de klassieke oudheid vorm kreeg, maar in onze postmoderne variant brengen wij een hedendaagse vorm van amusement terug in een eeuwenoud gebouw: een skatepark in het Colosseum.

Het Colosseum Skatepark

Lesopzet muziek

Lesopzet Muziek

Onderwerp: De Stad
Deelonderwerp: Verkeer in de stad

Doelgroep: groep 4

De 5 onderdelen van muziek

Zingen
Bij dit onderdeel gaan we de kinderen een liedje aanleren over verkeer in de stad. Het gaat vooral over snelheden van auto’s. De docent zingt allereerst het lied een keer voor. De kinderen moeten hierbij plaatjes die bij het liedje horen in de goede volgorde zetten. Vervolgens leren we het eerste couplet aan, aan de hand van een luisteroefening. De docent zingt een regel voor en de kinderen kiezen hierbij de juiste grafische notatie. Vervolgens ombineren we de plaatjes met de grafische notatie. Op dit moment gaan de kinderen het couplet meezingen. Vervolgens leert de docent het refrein aan door een combinatie van grafische notatie en voor- en nazingen. De grafische notatie staat samen met de tekst op het bord. De docent zingt dan een regel voor en de kinderen zingen de regel na. Daarna zingen we het gehele refrein. Vervolgens leren we op met behulp van de grafische notatie en voor- en nazingen ook het tweede couplet en het tweede refrein aan. Op het laatste zingen we het gehelie lied met alleen nog maar de tekst.

Muziek maken

Bij dit onderdeel gaan we de kinderen de herrie van de stad laten maken. We verdelen hierbij de klas in verschillende groepjes. Elk groepje krijgt zijn eigen ‘soort herrie’. De  kinderen krijgen hierbij verschillende instrumenten en ze mogen zelf bedenken hoe ze de herrie uitbeelden. Ze mogen hierbij niet hun stem gebruiken.  Aan het eind laten de kinderen aan elkaar hun ‘soort herrie’ horen. Voorbeelden van ‘soorten herrie’: een toeterende auto, een langsrijdende ambulance, een optrekkende auto, een piepende fiets, spelende/gillende kinderen.

Luisteren

Dit onderdeel combineren wij met het liedje over verkeer in de stad. De docent zingt een regel van het liedje voor. De leerlingen kiezen hierbij de juiste grafische notatie.

Bewegen

Bij dit onderdeel gaan we een bewegingsspel met de leerlingen doen. We spreken een aantal stadse geluiden met de kinderen af. De kinderen lopen door elkaar heen. Wanneer ze een van de geluiden horen, dan moeten ze met bewegingen op dit geluid reageren.
De geluiden:
- langzaam tikken van het stoplicht: sta stil
- snel tikken van het stoplicht: ga lopen
- fietsbel: spring aan de kant
- motorgeluid: stap op je motor
- brandweerauto: handen voor je oren


Lezen en noteren

Bij dit onderdeel moeten de kinderen de geluiden, die ook benoemd zijn bij het bewegen, gaan noteren. Dit is voor groep 4 nog vrij moeilijk, daarom doen we eerst een aantal geluiden klassikaal voor.
- langzaam tikken van het stoplicht:
- snel tikken van het stoplicht:
- fietsbel:
- motorgeluid:
- brandweerauto:


Doelgroep

Groep 4

Les

- zingen
- luisteren

- bewegen

Lesopzet drama

Lesopzet drama


Thema: De Stad
Deelthema: Mensen in de stad
Doelgroep: groep 7/8


Inleiding van het thema: toneelstukje

We gaan een inleidend toneelstukje doen over de verschillende soorten mensen in een stad. In een stad wonen namelijk veel verschillende mensen met een verschillende achtergrond. De personages die wij gaan spelen zijn:
- Een zakenman
- Een zwerver
- Een shop-a-holic
- Een hangjongere
In het begin van het toneelstuk stellen alle vier de personages voorgesteld en ze vertellen waarom ze in de stad wonen (de zakenman bijvoorbeeld voor het werk, de shop-a-holic voor alle winkels etc.).



Les drama
In het toneelstuk hebben de kinderen al kennisgemaakt met verschillende personages uit de stad. In de les gaan de kinderen in groepjes verschillende wijken van de stad uitbeelden. Ze moeten hierbij de soort mensen uit deze wijk uitbeelden en de en de specifieke dingen die in zo’n wijk gebeuren. Dit gebeurt in de vorm van een diashow. Er is een verteller die de verschillende dia’s aan elkaar praat. De dia’s worden gemaakt in de vorm van een tableau vivant.
De wijken die de kinderen krijgen zijn:
- de binnenstad
- de achterbuurt
- een woonwijk met kinderen
- een rijke villawijk